De rentekosten die voortvloeien uit de financiering zijn conform de BBV voorschriften in onderstaand renteschema opgenomen.
(bedragen x € 1.000)
Schema rentetoerekening programmabegroting 2019 | ||
---|---|---|
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 4.703 | |
b. De externe rentebaten | -/- | € 1.089 |
Totaal door te rekenen externe rente | € 3.614 | |
c1. De rente die aan de grondexploitatie 1.3% | € 3.002 | |
moet worden doorberekend | ||
c2. De rente van projectfinanciering die aan | € - | |
het betreffende taakveld moet worden toegerekend | ||
-/- | € 3.002 | |
Saldo door te rekenen externe rente | € 612 | |
d1. Rente over eigen vermogen | 6.834 | |
d2. Rente over voorzieningen (contante waarde) | € 1.691 | |
De aan taakvelden (programma’s incl. Overhead) toe te rekenen rente | € 9.137 | |
e. De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief | -/- | € 9.093 |
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury | € 44 | |
Gehanteerde rente-omslag | 3,25% | |
Prognose werkelijke renteomslag | 3,24% |
Volgens de BBV voorschriften mag de rentetoerekening aan het grondbedrijf voortaan alleen naar de verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente toegerekend worden. Op basis van de huidige verhouding is dit 1,3% in plaats van de 3,25% die voorheen aan het grondbedrijf werd toegerekend.
De rentetoerekening over overige investeringen gebeurt op basis van het algemene renteomslag percentage van 3,25% aan de desbetreffende producten/taakvelden. Naar verwachting leidt dit tot afronding van € 44.000 binnen de renteomslag. Een en ander past binnen de toegestane afronding van 0,25%.