Programmabegroting 2019-2022

Paragraaf grondbeleid

Grondprijzenbeleid

In de nota grondbeleid 2017-2020 is als uitgangspunt gehanteerd dat de grondprijzen marktvolgend worden benaderd met als streven de inflatie te volgen, maar met een nullijn als minimum.

De crisis is voorbij en de Vrij Op Naam (VON) prijzen van woningen stijgen. De meeste gemeenten houden weer rekening met opbrengstenstijging van hun grondprijzen. Metafoor Ruimtelijke Ontwikkelingen publiceert regelmatig over toekomstige trends in de woningbouw en gaat voor een gemiddelde woningmarktregio uit van een opbrengstenstijging tot 3% vanaf 2017.
Bij de uitgebreide herziening van de grondexploitaties bij de jaarrekening 2017 is als uitgangspunt gekozen om de opbrengstenstijging voorzichtig te benaderen en rekening te houden met een jaarlijkse opbrengstenstijging van 1,5% vanaf begrotingsjaar 2019.

Dit uitgangspunt voor de opbrengstenstijging is vertaald naar het grondprijzenbesluit 2019, wat tegelijk met de begroting door uw raad wordt vastgesteld. In het grondprijzenbesluit 2019 zijn de prijzen met ongeveer 1,5% opgehoogd. Soms is dat iets meer en soms iets minder omdat de voorkeur is om zo veel mogelijk met afgeronde prijzen te werken. De grondprijzen zijn hiermee voor 2019 inflatievolgend aangepast.

In 2019 wordt een onderzoek uitgevoerd naar een mogelijke nieuwe grondprijsmethodiek. Een  analyse van de grondprijzen die eerder door een extern bureau is opgesteld in de gemeente Helmond, in opdracht van de gemeente, heeft aangetoond dat de marktconforme grondprijs onder een woning fluctueert als gevolg van differentiatie in locatie en woningtype. In het onderzoek naar de grondprijsmethodiek  zal in beeld worden gebracht wat de consequenties zijn van het mogelijk hanteren van residuele grondwaarde. Dit is de waarde die resteert wanneer btw, stichtingskosten en winsten worden afgetrokken van de verkoopwaarde van een vastgoedobject. De resterende waarde is dan de waarde van de grond.